In het buitenland prijs ik Nederland aan als locatie om (een belangrijk deel van) je bedrijf te vestigen. Daar ben ik niet de enige in, de politiek doet ook zijn best. Wij hebben een geweldige infrastructuur, goed opgeleide werknemers (die alle talen van de wereld spreken), weinig sociale conflicten en een aangenaam belastingklimaat. Van oudsher zijn wij gewend om internationaal zaken te doen, in alle talen en valuta, met respect voor alle geldende regels en overtuigingen.
Doel is om werk aan te trekken waar wij allemaal ons brood mee verdienen. En we zijn gewend dat iedereen in de BV Nederland zich inzet. Zo sluit onze Belastingdienst internationale verdragen af met iedereen die wil, vrijwel ieder land ter wereld dus. Wij promoten handelsvrijheid, zodat iedereen zaken met elkaar doet, en vooral dat wij mogen helpen. Het maakt niet uit of wij de goederen mogen vervoeren, of de betaling vlekkeloos laten verlopen, ons maak je blij als wij een heel klein percentage mogen houden van zaken die anderen met elkaar doen.
Onze Nederlandse identiteit en cultuur zijn helemaal gevormd naar dit idee. Betwijfel je dat? Kijk eens naar onze belangrijkste nationale feestdag: Koningsdag. Op die dag gaan wij helemaal los. Wie geen oude meuk koopt en ook niets verkoopt, kijkt vol genot naar de inventiviteit van (meestal jonge) verkopers. Wij prijzen onze kinderen om hun slogans en maffe producten, hun doorzettingsvermogen en hun incasseringsvermogen. Maanden lang praten we na over die ene speciale dag, waarop onze collectieve identiteit zo beleefd wordt.
Jammer is dat wij ons onderwijs laten versloffen. Ongeveer 50% van de leerlingen, grofweg als “jongens” aan te duiden, krijgt in het onderwijs geen kansen meer zich te ontwikkelen: rekenonderwijs is talig gemaakt, het Nederlandse onderwijs stapt af van tafels, staartdelingen en sommen met breuken. Op termijn breekt dat ons lelijk op. Verder lijkt het of Engels nog de enige taal is die er toe doet. Waar een Fransman en een Duitser vroeger een Hollander nodig hadden om zaken te doen, laten wij ons nu links en rechts passeren. Terwijl kinderen in Frankrijk en Duitsland ook Engels leren, missen wij de slag om onze kinderen unieke en internationaal relevante kunstjes te leren.
Ook ons belastingstelsel ligt onder vuur. Natuurlijk hadden we allang een Europese winstbelasting moeten heffen, in plaats van ieder land voor zichzelf. Wij laten toch ook niet meer Deventer[i] en Zutphen met elkaar concurreren in de wegenbelasting? Dat doen we overigens wel, via de Provinciale opcenten[ii] – maar dit terzijde.
De meeste landen van de EU hanteren 19% tot 25% winstbelasting. Dat baseer ik op een tabel uit een onderzoek[iii] dat de Tsjechische econoom Petr Janský[iv] deed in opdracht van de Europese Groenen. Van de 28 EU leden zitten er 7 op een lager percentage en 7 op een hoger percentage.
Van Nederland weet ik zelf net iets meer dan van andere landen. Volgens het onderzoek is in Nederland 25% het normale percentage vennootschapsbelasting. Voor kleine bedrijven is dat echter 20%, maar nog veel belangrijker zijn allerlei subsidies. Zo krijg je in Nederland een belastingkorting als je uitgaven doet voor energiebesparing of research. Grote bedrijven met stabiele winst profiteren daar meer van dan kleine bedrijven.
Als ik de cijfers uit het onderzoek van Janský in een grafiek zet zie je dat de effectieve winstbelasting niet alleen in Nederland vaak veel lager is dan de normale winstbelasting.
Om een succesvol product te kunnen produceren en verkopen moet je soms wel in zeven verschillende producten geïnvesteerd hebben. Veel producten zijn gewoon niet te produceren, of alleen tegen veel hogere kosten dan de consument uiteindelijk wil betalen.
De meeste landen willen wel belasting heffen als er winst wordt gemaakt, maar sluiten de deuren als je verlies maakt. In Nederland bestaan echter ruime mogelijkheden om verliezen te compenseren die je maakt bij de ontwikkeling van een product dat uiteindelijk geen geld oplevert. Multinationale bedrijven maken daar gebruik van, waardoor verliezen vaak in Nederland vallen. Dit beïnvloedt de gevonden cijfers aanmerkelijk.
Effectief betalen multinationals in Nederland gemiddeld 40% van de normale winstbelasting. Alleen Luxemburg[v] ontvangt een nog kleiner deel van het normale belastingtarief. Opvallend is overigens dat Griekenland en Ierland effectief meer belasting ontvangen dan hun normale tarief, maar zeker voor Ierland geldt dat het normale belastingtarief extreem laag is.
In deze grafiek (en in de onderliggende tabel, die ik hier onder weergeef) zie ik overigens dat België ook ongeveer 40% ontvangt van het normale belastingtarief (dat met haar 34% vennootschapsbelasting wel een flink stuk hoger ligt dan de Nederlandse winstbelasting). Zelfs Frankrijk ontvangt effectief niet veel meer dan de helft van haar normale 33% winstbelasting. Duitsland ontvangt effectief wel tweederde deel van het normale tarief winstbelasting.
Nu vind ik het altijd leuk om even te kijken naar de achtergrond van de samensteller van een onderzoek. De Tsjechische staat ontvangt effectief bijna 80% van haar normale tarief winstbelasting. Dat wetende begrijp ik de insteek van Janský beter. Als je echter beter kijkt zie je dat het normale belastingtarief in Tsjechië slechts 19% is, waardoor de effectieve 15% belasting tegen het laagste kwartiel aan schurkt.
Van zowel Nederland als Frankrijk weet ik dat belastingkortingen actief worden ingezet om beleid te realiseren. Bedrijven worden gestimuleerd om te doen wat wij graag willen. Is dat verkeerd?
Een gemeenschappelijke winstbelasting voor de gehele EU, bij voorkeur naar Nederlandse maatstaven, zou ons allemaal meer opleveren.
© Jeroen van Rossum, 25 januari 2019.
De redactie van ESK belicht actuele kwesties. Wij leggen het verband tussen (fiscale) wetgeving en ondernemen, maar een persoonlijke opinie steken wij niet onder stoelen of banken. Als lezer kun je vragen op ons formulier stellen. Wij doen ons best om juiste en accurate informatie te geven, maar zijn niet aansprakelijk voor eventuele fouten of verkeerde interpretaties.
Waarschuwing: wat waar is als het wordt geschreven kan achterhaald raken door ontwikkelingen in wetgeving, techniek en economie. Raadpleeg daarom altijd een professional voordat je grote beslissingen neemt. De kosten om een deskundige in te huren wegen niet op tegen de kosten van een miskleun.
[i] Wikipedia, Deventer (provincie Overijssel) en Zutphen (provincie Gelderland) liggen ongeveer 15 kilometer van elkaar: https://nl.wikipedia.org/wiki/Deventer#/media/File:P04-OV-positiekaart2-gemlabels.png
[ii] Wegenwiki, Hoogte motorrijtuigenbelasting is afhankelijk van de provincie waar je woont: https://www.wegenwiki.nl/Motorrijtuigenbelasting
[iii] Petr Janský, Onderzoek naar winstbelastingen multinationals:https://www.greens-efa.eu/files/doc/docs/356b0cd66f625b24e7407b50432bf54d.pdf
[iv] Petr Janský, over eigen werk: https://petrjansky.cz/
[v] Fiscaal Vanmorgen, Effectieve belastingdruk in Nederland relatief laag: https://www.fiscaalvanmorgen.nl/2019/01/24/nederland-doorsluisland-maar-rest-van-europa-doet-vrolijk-mee/